- Home/
- Bijzondere kappers/
- Zomer 2022/
- Power houses
Power houses
Alle ondernemende kappers zijn krachtig op hun eigen, unieke manier. Zes portretten van saloneigenaren die hun vak en het ondernemerschap rocken!
Natasja gelooft in zachte kracht
Natasja Keijzer (47) opende op haar 23e haar eerste salon en binnen drie jaar had ze vier vestigingen. Het afgelopen jaar gooide ze het roer om; haar vier salons bracht ze terug naar één salon met de nieuwe naam Keijzerskroon.
“Toen ik mijn eerste salon begon, was het absoluut niet mijn intentie meerdere zaken te openen. Maar we bleven maar doorgroeien en hadden nauwelijks personeelsverloop. Mijn man deed het zakelijke gedeelte en ik focuste mij op de creatieve kant van het vak en werkte ook vaak in het buitenland. Maar onlangs veranderde mijn leven drastisch toen mijn man en ik uit elkaar gingen. Toen wilde ik terug naar één salon en één team.
Deze stap is een grote switch, maar het gaat me goed af. Momenteel wordt de salon volledig naar mijn smaak verbouwd. Ik ben nooit bezig geweest met omzet, loonkosten en het sturen op cijfers. Daar moet ik aan trekken, maar ik ga ervoor. Met goede ondersteuning en de nodige cursussen hoop ik ook hierin zo sterk mogelijk te worden.
Dit vak is mijn leven en ik heb het nooit als een baan gezien. Ik ben heel sterk in het ontwikkelen van nieuwe kleur- en kniptechnieken. Daar maak ik filmpjes van zodat iedereen gratis inspiratie kan opdoen. Ik wil continu vernieuwen en heb altijd een doel voor ogen, daar ligt ook mijn kracht. Bij voorbeeld een Coiffure Award winnen; daar deed ik twaalf jaar over maar ik geef niet op!
Ik heb heel kort, zwart haar en ik kan nogal streng overkomen. Het tegendeel is waar. Zachtaardigheid is mijn superpower. Ik zal mezelf nooit boven anderen plaatsen en level met iedereen.”
Richard zit in dezelfde bubbel als zijn klanten
Richard Bolk (50) runt al ruim vijfentwintig jaar Cuts and Curls Hairstyling in Amsterdam waar voornamelijk mannen uit de LGBTQ-gemeenschap komen.
“Klanten knip ik alleen in de salon. Dat betekent dat er veel aandacht, privacy en een luisterend oor is. De meeste klanten komen hier al heel lang, dan ken je mensen goed. Samen brullen om schunnige grappen, maar ook verdriet mag er hier – in alle geborgenheid – zijn. Ik neem alle tij d en ik merk dat deze een-op-een setting met mensen meer emoties losmaakt; de een vertelt over een miljoenendeal en de ander huilt uit omdat zijn partner kanker heeft. Ik vind het bijzonder dat iemand mij toestaat zijn hoofd aan te raken – ik wil daar zorgvuldig mee omgaan.
Aandacht is de nieuwe luxe, zeg ik weleens en daar ligt ook mijn kracht als ondernemer. De homogemeenschap kan moeilijk en heel veeleisend zijn, maar ik voel me gezegend met de leukste klanten ter wereld die warm en liefdevol zijn. Ik begrijp wat mijn mannen willen met hun haar; we zitten in dezelfde bubbel. Ik weet hoe strak het eruit mag zien en dat wil ik heel graag voor ze doen. Waar er ruimte voor verbetering is? Soms mag ik wel iets flexibeler zijn; laatst was iemand tien minuten te laat, dan begin ik er niet meer aan. Iets minder rechtlijnig mag soms wel.
Ik ben een gevoelsmens, empathisch en rechtdoorzee. Ik hou niet van toneelspel of andere gezichten: er is maar één Richard – what you see, is what you get. In de jaren ’80 was het not done om je homoseksualiteit te laten zien, maar ik heb altijd een leren broek aan gehad. Als je erachter staat wie je bent, dan is dat altijd krachtig.”
Angelina: van Kazachstan naar het Amstel hotel
De salon van Angelina Martin (36) in het Amstel Hotel in Amsterdam is haar thuishaven, waar ze met haar team internationale klanten verwelkomt.
“Als kapper beïnvloed je hoe mensen zich voelen. Daar ben ik me bewust van en in de salon creëer ik daarom een gemoedelijke sfeer waarin mensen zich op hun gemak voelen. Als ondernemer probeer ik mensen te inspireren. Ik heb veel energie en reis de wereld over om workshops te volgen, kappers te ontmoeten en te kijken wat er op haargebied speelt in andere landen. Daar investeer ik veel tijd in zodat ik mijn klanten het allerbeste kan bieden. Daar ligt mijn kracht.
Ik zou meerdere salons kunnen openen, maar dat wil ik niet. Ik houd van dit kleine en intieme. Als mens probeer ik in het nu te leven; dat betekent voor mij genieten van mijn kinderen als we op zondagochtend aardbeien eten. Het ‘kleine’ is zo waardevol en dat maakt mij ontzettend blij. Ik beschik over veerkracht en geloof dat als je hard werkt en iets écht heel graag wil, je je dromen kunt laten uitkomen. Als kind was ik elke dag bezig met het haar van mijn pop en deed ik het haar van mij n familieleden. Ik groeide op met zes zussen en een broer in Kazachstan en we hadden – behalve elkaar – bij na niets. We aten soep als avondeten en deelden onze schoenen met elkaar. Ondanks die achtergrond is het mij toch gelukt te komen waar ik nu ben.
Elke klant is anders en dat vraagt om een andere benadering. Ik probeer mezelf daarin te blij ven ontwikkelen; door gesprekken met een coach en het volgen van diverse trainingen.”
Angelina vertelde in 2018 al over haar bijzondere salon. Lees hier het interview.
Arjan was een ambitieus ‘menneke’
Arjan Bevers (42) nam op zijn 23e Avanti Kappers in Helmond over en probeerde de salon naar een zo hoog mogelijk niveau te brengen. Afgelopen mei won hij voor de derde keer de Teamaward tijdens de Coiffure Awards.
“Ik begon bij deze salon als 19-jarig Brabants menneke met torenhoge ambities. Na vier jaar wilde ik een nieuwe stap maken en solliciteerde in Londen.
Net voordat ik zou vertrekken vroeg de toenmalige saloneigenaar of ik interesse had om de zaak over te nemen. Dat had ik wel! Als jonge ondernemer heb ik alle tijd en ruimte gehad om beginnersfouten te maken, en daar veel van te leren. Ik heb mensen aangenomen die hier niet pasten. Maar gelukkig groei je. Als ondernemer ben ik benaderbaar, open en toegankelijk en behandel iedereen zoals ik zelf ook behandeld zou willen worden. Je kan met mij over alles praten. Het winnen van de Teamaward maakt mij heel trots! Ik krijg veel complimenten, maar dat we met de hele club een prijs in ontvangst kunnen nemen – dáár gaat het om. Ik ben dan misschien het boegbeeld, maar ik geloof in de kracht van samenwerking.
Een rustige en prettige sfeer in de salon, vind ik heel belangrijk. We hebben een luxe salon en klanten komen soms met hoge verwachtingen binnen omdat we awards hebben gewonnen. Dat besef moet er zijn en ik houd iedereen scherp. Als een klant binnenkomt en iedereen staat achter, dan kan ik mijn team daar briesend op wij zen. Dat kan anders, maar gelukkig kennen we elkaars nukken. Je kunt jezelf altijd blijven ontwikkelen. Zo ga ik deze zomer naar de nonnen in Vught om mijn Engels te verbeteren.”
Anoeska ‘leest’ hoofden
Anoeska Schmidt (40) is twaalf jaar eigenaresse van The National Nation (TNN) en is gespecialiseerd in black hair.
“In de salon is het huiselijk en gezellig. Het is een plekje waar we gesprekken hebben en veel plezier hebben met elkaar. Mijn klanten hebben vaak Afrikaanse roots en hebben soms in het verleden behandelingen laten doen, alleen maar om geaccepteerd te worden in de Westerse samenleving. Denk aan het relaxen van haar. Dat komt voort uit de gedeelde geschiedenis en beeldvorming waarin Europees als beter werd beschouwd. Die denkwijze wilde ik met de start van mij n salon doorbreken. Het komt voort uit onzekerheid en dat wil ik niet. Ik focus juist op kracht en probeer locks en fijnere krullen juist in het zonlicht te zetten, in plaats van weg te moffelen. Er zijn maar zo weinig kappers die weten hoe hiermee om te gaan.
Dat is mijn visie als ondernemer: kijken wat er in de branche ontbreekt en daarin mijn toegevoegde waarde laten zien. Als kapper verdiep ik mij in de persoon die in de stoel zit en heb veel gesprekken. Ik ben spiritueel aangelegd en daar ligt mijn kracht. Ik voel mensen aan. Je hoofd is een poort waar makkelijk uit gelezen kan worden. Soms hoor ik woorden, soms is het een gevoel wat ik in mijn hele wezen voel en soms vertelt iemand iets en dan heb ik dat al gedroomd. Ik vertel het nooit dat ik iets voel, dan klappen mensen dicht. Vaak begin ik over m’n eigen sores – dat maakt dat iemand zich ook durft open te stellen.
Op dit moment ben ik een lesboek aan het schrijven om mijn kennis op het gebied van black hair te delen. Ik ben al jaren bezig met het schrijven en iets afmaken is niet mijn sterkste punt, daarin kan ik nog verbeteren. Maar ik wil dit heel graag en het komt dit jaar nog af.”
Teus is van de spartaanse discipline
Teus Brand (62) van Hairview begon op zij n 15e als ‘scheerknecht’ bij zijn opa in de salon. Zijn moeder had een dameskapsalon die hij in 1995 overnam. Inmiddels heeft hij twintig salons.
“Ik ben weliswaar eigenaar van een keten, maar ik ken alle medewerkers bij naam, niemand is hier een nummer. Die persoonlijke benadering vind ik belangrijk en daar ligt mijn kracht: de onderlinge band en communicatie zo goed mogelijk houden. Tijdens coronatijd maakte ik vlogs voor alle medewerkers zodat ze wisten waar we mee bezig waren.
Dat werkte goed en doe ik nog steeds. Als ik op een filmpje vertel wat een winactie inhoudt, dan is het verhaal voor alle twintig vestigingen hetzelfde. Een mail met uitleg wordt toch door iedereen anders geïnterpreteerd. Tijdens mij n carrière heb ik mij altij d, ook binnen de ANKO, beziggehouden met onderwijs en opleidingen binnen het kappersvak. En ik ben al vijfendertig jaar landelijk examinator. We leiden onze nog naar schoolgaande medewerkers zelf op. Dat zorgt voor een grotere motivatie bij medewerkers en het zorgt voor meer kwaliteit.
Op kwaliteit ben ik altijd kritisch natuurlijk. Ik steek veel energie in trainingen en verwacht daar iets voor terug. Soms kan ik daar Spartaans in zijn; als een stagiaire vraagt: ‘Moet ik ook stagelopen in de zomervakantie?’ dan beantwoord ik dat standaard met: ‘Je bedoelt, mág ik stagelopen in de zomervakantie?’ Discipline om te leren en te knippen moet er wel zijn, vind ik. Ik merk dat ik steeds meer een helikoterview krijg; een aantal getalenteerde collega’s probeer ik meer verantwoordelijkheid te geven binnen het bedrijf. Zodat – als ik over zeven jaar een stapje terugdoe – er een sterk team staat.”