- Home/
- ANKO in Den Haag/
- Mei 2021/
- De praktijk naar Den Haag brengen
De praktijk naar Den Haag brengen
Werk aan de winkel voor kamerlid Thierry Aartsen.
Tijdens de verkiezingen in maart werd hij herkozen als Tweede Kamerlid: de Brabantse Thierry Aartsen (31) is een groot pleitbezorger voor het Nederlandse mkb en had de afgelopen maanden meermaals contact met de ANKO. Vanuit zijn thuiskantoor vertelt hij over het nut van de ANKO voor zijn werk als volksvertegenwoordiger en zijn waardering voor kappers.
“Ik heb het geluk dat ik deel uitmaak van een grote Kamerfractie, waardoor ik de tijd kan nemen om met mensen in gesprek te gaan. Voor onze beleidsmensen is alle formele informatie die we van een organisatie als de ANKO met regelmaat toegestuurd krijgen heel belangrijk, maar ik ga het liefst óók in gesprek. Zo kon jullie voorzitter Maurice mij precies uitleggen waarom bepaalde steunmaatregelen niet werkten voor kappers. Zo’n gesprek helpt mij te snappen hoe zaken nou precies zitten. Brancheorganisaties geven mijtoegang tot de praktijk en helpen mij om die praktijk ‘naar Den Haag te brengen’. “
Optimistisch
Thierry is positief over het contact met de ANKO. “We zitten met z’n allen in een moeilijke situatie en dan is het niet alleen prettig, maar ook belangrijk, dat gesprekken constructief en optimistisch zijn. Dat is niet altijd gemakkelijk. Ik begrijp heel goed dat de emoties hoog kunnen oplopen als de overheid jouw zaak sluit. Ik snap ook de verwijten aan het adres van de politiek, maar de besluiten tot lockdowns zijn niet lichtvaardig genomen. Gelukkig zijn de kappers inmiddels weer open en werken ze met een goed protocol. Veiligheid en gezondheid blijven voorop staan.”
De Brabander is niet verbaasd dat afgelopen februari uit onderzoek bleek dat de kappersbranche boven aan het lijstje stond van branches die Nederlanders weer open wilden. “Met je kapper heb je een persoonlijke band. Ik kom ook al járen bij de mijne. Persoonlijke verzorging is belangrijk voor mensen. Onze middenstand heeft sowieso niet alleen economische waarde, het is écht meer dan dat. Retail, en winkelambacht als onderdeel daarvan, zorgt voor leefbaarheid en levendigheid. Ze hebben grote maatschappelijke en sociale waarde en ik denk dat dat zichtbaarder is geworden door de coronacrisis. De waardering voor kappers en andere middenstanders is gegroeid. Terecht!”
Schulden en investeringen
Maar van waardering kun je geen brood kopen. Hoewel kappers weer aan het werk zijn, zijn de financiële problemen niet als bij toverslag verdwenen. Thierry ziet drie issues die de komende jaren opgelost moeten worden. “We moeten aan de slag met de schulden die ondernemers opgelopen hebben en voorkomen dat er niet meer geïnvesteerd wordt omdat er alleen geld gestoken wordt in het opnieuw aanleggen van buffers. Veel ondernemers hebben hun pensioenpot ‘opgegeten’ en het is begrijpelijk dat ze die terug willen. Maar als er niet meer geïnvesteerd wordt in de economie, creëren we een recessie. Ondernemers hebben dus hulp nodig. Bovendien moeten we werk maken van lastenverlichting. Voor die drie zaken wil ik mij de komende jaren inzetten.”
Tenslotte vragen we Thierry of hij nog iets kwijt wil aan de kappers van Nederland. “Ja. Ik heb veel ondernemers gesproken en de wanhopige verhalen raken me. Ik wil dan ook mijn waardering uitspreken voor het uithoudingsvermogen van saloneigenaren. Ik weet dat tijdens de lockdowns sommige kappers zijn gezwicht voor de verleiding om ‘zwart’ te knippen. Ik begrijp ook dat het water aan – nee, óver! – de lippen stond. Ik heb dus ontzettend veel respect voor hen die niet gezwicht zijn, die ondanks de nijpende situatie hun verantwoordelijkheid hebben genomen en de maatregelen gerespecteerd hebben.”